1. |
Als lelies
01:18
|
|
||
Als lelies.
Als lelies, als lelies op het water,
Als lelies, als lelies op het water, drijven,
Als lelies, als lelies op het water, drijven, de dagen,
Als lelies, als lelies op het water, drijven, de dagen, roerloos
voorbij.
|
||||
2. |
Dr. No
02:57
|
|
||
Dr. No
Het is 1962 – Als
Afrodite, en gezegend
met de naam
Honey, Honey Rider,
komt Ursula Andress
met niets anders
om het gebruinde lijf
dan een sneeuwwitte bikini
uit de golven,
blauw als haar ogen.
Honey, de voorbode
van een vloedgolf
schoonheid
waarin ik dra stranden zou
hield in haar handen
twee kanjers
van schelpen.
‘Are you looking
for shells?’ Waarop Bond,
James Bond, antwoordt:
‘No, I’m just looking.’
‘k Had ’t nie beter kunne’zegge’,
identificeerde mij met 007
en hing –nog een tikkeltje verlegen-
ook aan haar lippen
tot ik wist dat ik iets miste.
Terwijl men het in de ondertiteling
had over schorpioenen
die elkaar doodstaken
bolde het witte doek op
en hoorde ik
Honey, Honey Rider,
hees kreunen
“While making love.”
|
||||
3. |
Dooi
02:16
|
|
||
Dooi
Twee engeltjes verblind door een gloed
vergaten hun ochtendgebed
gooiden de sprei van zich af
sprongen uit bed, wrongen hun voetjes
in sloffen, sloegen een kamerjas om
en liepen naar: het venster.
IJsbloemen werden tot opens toe beademd:
over de wereld lag een wit tapijt gespreid.
Een dweil aan de waslijn en een jutten zak
waar steenkool in gezeten had, alles verstijfd
zoals de kruiwagen op het gazon verloren
had eindelijk zijn vaste vorm gekregen.
Het winterkoninkje, het koolmeesje
en het roodborstje waren getuige:
overal fonkelde kristal. Een onzichtbare hand
had alles tot rijp geslagen op rijm gezet.
En het land was bang te breken, durfde
niet meer te bewegen.
In de poriën van het perzikenboompje
had de wind witte lijntjes getatoeëerd
en de uitwaseming van de nieuwe dag
zich tot poëzie gekristalliseerd.
En zilveren webben verbonden alles
van hier tot aan de dooi.
|
||||
4. |
Cinema
02:08
|
|
||
Cinema
Alsof het water aan me trekt zo zit ik ondanks de koude aan de oever van de rivier. Ik word meegesleurd door een stroom, een stroom van beelden. De Dijle stroomt, de Dijle stroomt voorbij en ik droom, ik droom van verre cinema’s…
Cinema (…) Cinema was de plaats van hartendieven, treinovervallen en grote ontsnappingen.
Cinema (…) Cinema was Ursula Andress die in 1962 in een sneeuwwitte bikini om het gebruinde lijf uit de golven stapte, even blauw als haar ogen. In haar handen hield zij twee kanjers, twee kanjers van schelpen. En daar stond Bond, James Bond, met zijn tanden in zijn mond.
Cinema (…) Cinema was Sofia Loren, Brigitte Bardot en alle andere duizelingwekkende schoonheden.
Cinema (…) Cinema was de plaats van heet verlangen.
Cinema (…) Cinema was een tempel van tranen.
Cinema (…) Cinema was een plaats van zachtjes naar elkander toe schuifelen.
Cinema (…) was het schimmenrijk in de schaduw van het witte doek.
Cinema was ijskoude frisco.
Cinema was liefde op het eerste zicht. Cinema was Winnetou, Tarzan en De Laatste der Mohikanen.
Cinema (…) was De Familie Trapp, oorlog en vrede, cowboys en ridders.
Cinema (…) was de troost voor arme mensen. In elke straat, in elk dorp, in elke stad, was er cinema!
Nog droom ik vaak -en wild-
van Seks in de Rex
en van Bambi
in de Lovanium.
|
||||
5. |
De maan mijn lief
01:28
|
|
||
De maan mijn lief
De maan mijn lief, schijnt te fel
om sterren te zien vallen.
Daarom doen wij vannacht geen wens,
tenzij dat de maan valt.
|
||||
6. |
Autotekst
06:23
|
|
||
Autotekst
Het begon klein. In 1678. Aan het hof van de keizer van China bouwde de West-Vlaamse Jezuïet Ferdinand Verbiest, een schaalmodel op stoom. 150 jaar later kwam een Hongaar met een Dinky Toy op stroom. De elektrische koets, het macadam en de commerciële toepassing volgden. In 1895 reden in Parijs & New York elektrische taxi’s. Elektrische wagens vertegenwoordigden 28% van de markt. Na de bankencrisis van 1907, en W.O.I. werd enkel nog gereden op petroleum. Zo zou het 100 jaar blijven, als in een sprookje, Doornroosje… De auto is een mekaniekje. Sierlijke vormen. Baarde evenveel kopzorgen als plezier. De auto is Arme Joe,. the passenger in your life & Paradise by the dashboard light. De auto is alles. Een autocar. Een tweedekker… Auto uit de stad, stond op muren, in koeien van letters, begin jaren ’80. Kinderen werden groot met blikken auto’s. Waarin men pedaleerde. Of in Botsautootjes (ook niet echt pedagogisch verantwoord). De auto is Reclaim the streets. De auto is Ford & Taylor. De auto is stokken in de wielen steken. De auto is een seriemoordenaar. De auto is een prachtig koetswerk. Dat rijdt op fossiele brandstoffen. De auto is ongeremd. De auto is doorgaans de onbeperkte mogelijkheid. Plankgas vooruit! De auto is de sluipweg. In deze jungle is de auto koning… De auto bezorgt ons veel stof (tot nadenken). De auto laat ons Bejing zien. Als we kijken op sommige dagen naar de smog boven Brussel… De auto is een dooddoener. De perfecte manier om overal te raken. De auto is de snelste manier om aan alles voorbij te glijden. Met de auto mis je de boot De auto is van blik. De auto is onze blikken waardig. De auto steelt onze blikken, onze grondstoffen, onze tijd, onze energie. Wij offeren aan de heilige koe! Met de auto rijden wij naar het toilet. Met de auto rijden we naar het grootwarenhuis. Met de auto gaan wij op vakantie. Een mens heeft een auto nodig om naar het werk te gaan, om de kinderen naar school te brengen, en om naar de maan te rijden. De auto is onze verdrijving uit het paradijs. De 20ste eeuw was gebouwd op de auto. De auto legt ons voor eeuwig aan de lopende band. De auto heeft ons in de hand. De auto is de hondstrouwe vriend van de bank. De auto is het vuiltje aan de lucht. De auto is het begin van elke file. De auto is een gemak. We zouden met de auto naar het toilet rijden. De auto taxeert ons, taxiet naar het autokerkhof, de schroothoop, de pechstrook. De auto is een vergiftigd geschenk, maakt de mens tot spookrijder van zijn eigen geschiedenis… De auto is Charlie Chaplin in Modern Times. De auto is autosuggestie Leopold II beloofde overal autowegen, Adolf Hitler iedereen een auto. De auto is on the road. Een immense parkeerplaats. De auto is de parkeermeter van onze luiheid, onze vrijheid, onze lafheid. De auto is alles wat we blijven doen (tegen beter weten in). De auto is onze grootste leverancier van fijn stof. Onze garantie op nummerplaatherkenning. Onze mijlpaal is een flitspaal. De auto is een wirwar van voor- en nadelen. De auto is van staal. De auto loopt op wieltjes. Legt een hobbelig parcours af. De auto ontneemt ons onze autonomie. De auto loopt naar de pomp. De auto lokt een oorlog uit. De oorlog verloopt gemotoriseerd. De auto houdt ons goed in het oog. Oplichter met opligger. De auto zuipt meestal veel meer dan zijn bijsluiter aangeeft. De auto is een aangename, luxueuze leugen. De auto loopt gesmeerd… De auto is the highway to hell (geplaveid met goede voornemens). In geen tijd haalt de auto het beste in ons naar boven. Wat was het eerst? Het wiel, de auto of de 4x4?
|
||||
7. |
Marginalen
05:40
|
|
||
Marginalen
Alsof ze uit de bladzijden
van L.P.Boon
kwamen gekropen
en nu de bus namen
naar God-
ik-weet-niet-waar-naar-toe,
zo stapten zij op,
grauw en spuuglelijk,
grootmoeder, de moeder en haar kroost,
lawaaierig en schreeuwerig.
Hoe dat soort kwekt én kweekt!
Steriliseren, had ik bijna gedacht.
Ik werd opzij gedrukt.
De stank was niet te harden.
Ademloos keek men weg van deze lieden.
Ongewassen lijven verspreidden een reuk als van een hond
die in de regen had gelopen.
Ze spiegelen zich in elkanders vette haren
De ogen van de moeder, weggezonken
in duizelingwekkenddiepe kassen
in het lange vaalbleke gezicht
met uitzonderlijk lelijke neus
en tergend laag voorhoofd,
fonkelden onwaarschijnlijk lichtblauw,
als nepjuwelen.
Door het wezen,
veeleer een mombakkes,
schemerde schilderijen van oude meesters.
Moeder droeg een baseballpet,
links en recht prijkte het logo van Nike.
Door een gat achteraan droop iets
dat moest doorgaan voor een paardenstaart.
Een vlek of veeg meer of minder op de sportjekker
deed er niet meer toe.
Arme luizen, hun jassen altijd te breed, hun schouders te smal.
Aan mij trokken voorbij
generaties Wibra-Aldi-Colruyt marginalen
die nooit iets anders hadden om naar uit te kijken
dan hun televisie op afbetaling.
Trots draagt hun nazaad namen als
Cindy Wendy Michael Kimberly
en andere flamboyante nomenclatuur ontleend
aan contemporaine soaps.
Het is allemaal de schuld van de politiek, meneer.
Wat ligt er tussen Somers en De Winter, mevrouw?
Vier seizoenen politiek in de hel, mijn kind.
Uitgerekend omdat alle andere medereizigers zo hard hun best deden
dees gore lieden niet te zien,
werden zij het centrum van deze instant mini-reality-show.
Terwijl zij honderduit met elkander
en met hun kinderen praatten
ging de regen liggen
en de zon brak
door.
|
||||
8. |
Doel
02:39
|
|
||
Doel
Have en goed
verbeurd verklaard:
het grauw, te groen
te gras, te paard
vergaard, verjaagd
economisch
de gronden….
.
Hoort, hoort, de wind!
Zit er iets verscholen?
Langs het hoogriet?
Langs het laagland?
Om den duivel niet!
Het is het
barre-brakke-vlakke
brààààkland, Edele Land!
Wat sluipt daar onder het gras?
En is dat regen?
Wat valt er op ons hoofd?
|
||||
9. |
|
|||
En het zomert in alle staten
Zonsopgangen
boven Leuven
kunnen werkelijk zijn
exotisch.
Nauwelijks had de klok
zich de dag in gehesen
of de Oude Markt
was veranderd
in één groot strand.
Daarna miste ik
op een haar na
het onweder
van schier
oud-testamentaire
allure.
Even was er hoop…
Even was er hoop
dat Leuven
en omstreken
definitief
overspoeld zou worden...
Een tsunami van de Dijle,
de rivier Dijle & een zondvloed
van Stella, Stella Artois
– de brouwerij in mij
sliep de slaap
der onschuldigen.
De brouwerij in mij
sliep de slaap
der onschuldigen.
En als het regent in Parijs
dan druppelt het in Leuven.
& nu doe ik boete,
heel de dag boete
en lees
een commateus boek.
Te lucht, te land, ter zee:
het contact
tussen schrijver
en wereld
verloopt
volledig vloeibaar.
Te lucht, te land, ter zee:
het contact
tussen schrijver
en wereld
verloopt
volledig vloeibaar.
En het zomert
in alle staten.
|
||||
10. |
Boem boem
05:33
|
|
||
Boem boem
Je had Chicago blues en Delta-blues. Blues in alle maten, in alle staten. Na de oorlog werd blues elektrisch, in Chicago. John Lee Hooker bracht Delta-blues, gekruid met country, folk en porch. John Lee Hooker zong als een duivel in een wijwatervat, speelde elektrisch, verbond stijlen, zorgde voor kortsluiting in ons hoofd, in ons hart. Zijn gitaar was ritmisch vrij, de half-gesproken zang zijn handelsmerk. Hits had hij met I’m in the Mood en Boom Boom...
Nu wil het toeval dat van alle basisbegrippen van deze tijd de nobele kunst van het boem-boem de laatste was die mij ter ore kwam. Het duurde voor ik die onder de knie had. Ik begreep er de ballen van. Niemand weet sinds wanneer, nog minder voor hoe lang mijn hart nog zingt “boem-boem” & de radio Boom Boom.
En wat zit er in een hoofd? Een album vol prentjes uit de wikkels van Chocolade Jacques. Een stickerboek van Panini. Iconen: alles wat men ooit heeft geloofd… Alle beeldschermen wiegen de mensheid in een lange, diepgevroren winterslaap, zoals in 2001: A Space Odyssey... Leven in Leuven is als een kosmische wals tussen planeten, op de melodie van njam-njam, gloe-gloe, blabla, boem-boem… Geschiedenis is een kaartspel dat men geregeld door elkaar schudt. Iets tussen blufpoker en patience. Grof geschut. Allemaal kleine weetjes. Voortdurend verandert de volgorde. Tarot. Slide-show. PowerPoint…
Parijs mei ’68 was een imitatie van Leuven januari ’68. Toen had in Stella City een zootje ongeregeld de regering doen vallen. Wat later, in Amerika, deed studentenprotest, aangevuurd door Leuven, president Johnson opstappen. (De invloed op het land, het continent en de wereld is niet te schatten.) Leuven is dat deel van het universum waar alles eerst gebeurt. Mei’68 vond twee jaar eerder plaats in Leuven. Van maandag 16 mei t.e.m. vrijdag 20 mei 1966. Een vijfdaagse die de wereld schokte en de studenten schopte. Straatsburg, Parijs, Amsterdam, Berkeley, Berlijn, Praag... De geschiedenis is te herleiden tot dat ene zwarte gat in de kosmos: Leuven.
Parijs mei’68 ontstond in het najaar van 1966 aan de universiteit van Straatsburg waar jongens, opgehitst door Leuven mei ’66, eisten bij hun lief te kunnen slapen… Maart ’69: hommeles in Gent. In hun dorst naar wetenschap wilden studenten een stevig onderbouwd colloquium houden over porno – Wat bij mij spontaan de vraag deed opveren: “Zou het in Leuven ooit nog komen tot boem-boem?”…
Tot ook ik op een dag aan de oevers van de Dijle de oude blues aan den lijve mocht ondervinden … “Ik hou van hoe je gaat. Ik hou van hoe je praat. ‘k Hou van je lach, ‘k hou van je stap …Boem-boem-boem boem…Stap in mijn huis, stap in de kamer van mijn hart. Boem-boem-boem boem”… Etc., etc. Boem!
|
||||
11. |
Winkelkarretje
03:06
|
|
||
Winkelkarretje
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
Het is leeg en grijs als de hemel.
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
spookschip uit de supermarkt
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
legt een grillig parcours af,
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
rolt met kleine stukjes–alsof de wind naar adem snakt
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
Het is leeg en grijs als de hemel.
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
spookschip uit de supermarkt
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
legt een grillig parcours af,
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
rolt met kleine stukjes–alsof de wind naar adem snakt
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
Over de Diestse steenweg rolt een winkelkarretje.
–langzaam richting stad. Wordt het voort gezogen
door de zwaartekracht?
Of is het een kunstzinnige installatie?
Of is het een kunstzinnige installatie?
De file beslist De file beslist
dat ik, dat ik
NU
verder moet.
Ik wou dat ik meer tijd had om te begrijpen wat ik zie.
Ik wou dat ik meer tijd had om te begrijpen wat ik zie.
Ik wou dat ik meer tijd had om te begrijpen wat ik zie.
|
||||
12. |
Zuiverheid
01:07
|
|
||
Zuiverheid.
Zuiverheid in de lijn
Zuiverheid in de leer
Zuiverheid in de liefde
Zuiverheid in de stilte
Zuiverheid in de lijn, in de leer, in de liefde, in de stilte,
bestaat niet.
|
||||
13. |
Ramkraak
03:18
|
|
||
Ramkraak
Nomen est omen: in geen tijd
worden wij rijk in Kort-
rijk. Elk tiende van een seconde
is een fractie van de actie
een hoofdstuk. De geliefde en ik
glimlachen(recht in de camera).
Ontkoppelen. Terugkoppelen.
Achteruit. Vooruit. Plankgas.
Geen tijd om stil te staan:
zoals het klokje tikt bij de juwelier
tikt het nergens
& It takes two to tango
& It's two for the show
but one for the money
& Time IS money.
Spaarzaam en werkzaam
zijn de geliefde en ik:
in één beweging
wordt de rekening
gepresenteerd, geverifieerd,
geïncasseerd
En de smaak was raak:
tot ons groot plezier
afgemaakt als een dier
hebben wij de juwelier.
(…/…)
(…/…)
Op de terugweg bieden de geliefde en ik
een oplossing voor het fileprobleem:
we nemen een andere auto
een betere, een nieuwere, een duurdere.
Radio snoeihard, gulzig drink ik de dag
boer en veeg mijn mond af aan mijn mouw.
Ramen open, gierende banden
opwaaiende bankbriefjes
keihard licht slaat ons in het gezicht.
In de slapen het kloppen
als in een penis
alsof wij zonder verdoving
uit de muil van de Moloch
een gouden tand trokken.
Tussen glas en gruis glinsteren
de juwelen overgoten
met het eerste ochtendlicht
van de laatste zomerdag.
De geliefde lacht en kreunt en wentelt
badend in het geluk
dat alleen wordt gebracht
door scherven.
Achttien-karaats
& van een nooit eerder geziene schoonheid
is mijn bruid op de achterbank
schamel en naakt met juwelen overladen.
Mijn geliefde en ik op weg
naar nieuwe avonturen
rijden richting Kwaadmechelen -
|
||||
14. |
Time is on my side
03:55
|
|
||
Time is on my side.
Longtemps, je me suis couché de bonne heure.
Zo begint “À la recherche du temps perdu”.
Op zoek naar de verloren tijd. Een simpel zinnetje
blijkt achteraf quasi onvertaalbaar.
De geschiedenis zit vol kleine, venijnige zinnetjes.
Zinswendingen en accentverschuivingen
die niet meer te achterhalen zijn.
“Mijn hand en hart aan u”
schreef een soldaat in W.O.I
Een geijkte uitdrukking toen, vandaag
onverstaanbaar. Verdwenen talen en dialecten…
Wij zijn tijdreizigers door onze dromen,
onze verhalen, onze verlangens.
De geschiedenis is één lang contract
waarbij men ook
de kleine lettertjes moet lezen…
Langzaam zinkt de ruimte weg
in de tijd.
Verblind door witte bladen
droom ik mij dieper…
in het vormeloze lijf
van de tijd…
Archeologie is de enige toegang
tot het heden
De archeologie van verhalen.
Een brein is als een stad:
men moet laag per laag
dieper graven...
En elke ochtend spoelt uit de oceaan
van tijd een nieuwe dag aan.
De stad is het strand waar de zee
haar wrakstukken achter laat:
scherven, beenderen, glas...
Restanten van een stad, van verhalen,
van een oorlog, ver weg.
En de tijd speelt een wreed en razend spel
met ons.
Maar ik zeg je:
Time is on my side.
|
||||
15. |
Uppercut
03:20
|
|
||
Uppercut
Een ferme stoot is liefde
om maar te zwijgen
van tranen, beven
sidderen en strelen...
Dat ze nog eens op zou duiken
en lelijk uithalen om mij te vloeren
in de eerste seconde
van de openingsronde
van de paringsdans,
de vermenigvuldigingsdans.
Het bed spreidde haar
en zij bood mij kans op sjans
in de Vo-gel-kens-dans!
Op niets daarvan was ik bedacht.
Ich hatte meine Sache auf nichts gestellt!
Liefde (dat simpel spel uit de hel)
smaakt soms zo zoet, smaakt soms zo zout
witregels op een bed.
Dat wij ons alleen kunnen uitleven
in clichés: dat is drama.
Zo heb ik mijn lijf gelaafd aan de nacht
nadat ik mijn ziel heb laten hangen
aan de kapstok bij jou.
Liefde is een uppercut.
|
||||
16. |
Zoals de horizon
01:43
|
|
||
Het is zoals de horizon;
Altijd onbereikbaar.
|
||||
17. |
En de zon kwam op
01:14
|
|
||
En de zon kwam op,
en de zon kwam op,
en de zon kwam op;
diep in mij.
|
Knelpunt Rotselaar, Belgium
Tom Bessemans & Wim Smeyers spelen samen sedert 1992.
Vanaf 2002 met bassist Dries Geusens & saxofonist Gilbert
Lens erbij, werd Knelpunt een feit.
Soul-Pop project ‘Dibby’ werd even succesvol op poten gezet.
2014: Karel Bijnens contrabas tijdens intensieve samenwerking met schrijver Didi de Paris.
Levos-Demons Mosterdgas Duo vulde de corona-stilte.
De oorspronkelijke KARAF raakte terug gevuld!
... more
Streaming and Download help
If you like Knelpunt, you may also like:
Bandcamp Daily your guide to the world of Bandcamp